dinsdag 7 januari 2014

Leesverslag Algemeen: 'Godenslaap', Erwin Mortier


 
1. Algemene informatie
 
a. Standaardtitelbeschrijving
Titel: Godenslaap
Auteur: Erwin Mortier
Plaats van uitgave: De Bezige Bij, Amsterdam
Jaar van uitgave: 2009
Druk: 2008
Aantal pagina’s: 406

b. Genre

‘Godenslaap’ gaat over de Eerste Wereldoorlog en is dan ook een historische roman. Daarnaast wordt er veel geschreven over de verschillende gedachtes en bedenkingen van de hoofdpersoon. Daarom is het verhaal ook wel een psychologische roman.

c. Korte samenvatting

Helena Demont loopt tegen de honderd en blikt al schrijvend terug op haar veelbewogen leven. Ze groeide op in een stad in België aan de rivier, samen met haar homoseksuele broer Edgard. Haar vader is eigenaar van een aantal winkels in de stad. Haar moeder komt oorspronkelijk uit Artesië in Noord-Frankrijk. Ieder jaar trekt het gezin naar Frankrijk om daar de zomermaanden door te brengen in het ouderlijk huis van de moeder. Aan het einde van de zomer in 1914 is het niet mogelijk terug te keren naar huis vanwege het uitbreken van de oorlog. De vader van het gezin verblijft in de stad. Helena groeit op tot jonge vrouw in de jaren tussen 1914 en 1918, vlak achter de frontlinies. Ze leert een Engelse oorlogsfotograaf kennen met wie ze later in het huwelijk treedt. Ze krijgen samen een dochter.
De relatie van Helena met haar moeder is problematisch, evenals later die met haar dochter. De verschrikkingen van de oorlog en de ontluikende liefde zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, vooral omdat Matthew Herbert haar meeneemt op zijn tochten naar het front, waar hij fotoreportages maakt van de vernielde dorpen en verlaten slagvelden. De broer van Helena besluit zich aan te melden voor militaire dienst. Hij raakt in de oorlog ernstig gewond. Naast de mijmeringen van Helena komt de lezer nu en dan wat meer te weten over haar hedendaagse wereld, waarin ze thuis zit en verzorgd wordt door een jonge Vlaams-Marokkaanse vrouw, Rachida.

2. Verwachtingen
Ik ben op het idee gekomen om dit boek te gaan lezen omdat ik graag een boek van niveau 6 wilde lezen. Ik heb toen bekeken welke boeken hiertoe behoren. ‘Godenslaap’ behoort ook niveau 6 en we hebben het toevallig thuis. Ik ben het uiteindelijk gaan lezen omdat ik graag historische romans lees. Ik heb al veel romans over de Tweede Wereldoorlog gelezen, maar nog niet vaak romans over de Eerste Wereldoorlog. Ik had de flaptekst gelezen en ik verwachtte dat de hoofdpersoon uitgebreid zou vertellen over haar herinneringen aan de oorlog. Ik had verwacht dat er meer zou gebeuren in het boek. In werkelijkheid bestaat het boek namelijk ook uit vele overpeinzingen van de hoofdpersoon, wat ik overigens niet minder mooi vond.

3. Motieven en Thema

Motieven
-oorlog
-familierelaties
-seks
-liefde
-homoseksualiteit
-fotografie
-schrijven
-de dood
-volwassen worden

Thema
Het overkoepelende thema van het boek is de manier waarop de oorlogstijd de hoofdpersoon, Hélène, heeft gevormd.

4. Beoordeling
a. Schrijfstijl
Erwin Mortier schrijft in zeer lange, poëtische zinnen met veel metaforen. Aan deze schrijfstijl moest ik wel wennen, maar aangezien ik redelijk veel lees, duurde dit niet lang. Ik vind de vele metaforen soms wat ingewikkeld, maar wel mooi en knap gevonden. Een voorbeeld waaruit de opvallende schrijfstijl blijkt, hieronder:

We hebben zerken nodig, iets tastbaars dat de dode toedekt, ons de toegang tot de Hades verspert, een offertafel of een wierookschaal waarin we het gevoelen van schuld kunnen verbranden nadat we de doden, die al een keer gestorven zij n, in de spelonken van onze geest nog een tweede keer in de rug hebben geschoten, om ver de kunnen.’ pagina 361-362

b. Inhoud
Tijd: Het verhaal speelt zich vooral af in de periode rond de Eerste Wereldoorlog. Daarnaast speelt het verhaal zich gedeeltelijk af in de periode waarin de hoofdpersoon een volwassen vrouw is. Ten slotte speelt een gedeelte van het boek zich ook af in het nu. De hoofdpersoon is dan al een zeer oude vrouw.

Vertelperspectief: Het gehele verhaal wordt verteld vanuit de ogen van de hoofdpersoon, Hélène. Er wordt dan ook in de ik-persoon geschreven. Hierdoor is het mogelijk dat er zoveel overpeinzingen in het boek staan.

5. Eindoordeel

 
 
 


Ik vond ‘Godenslaap’ een heel interessant en erg mooi geschreven boek. Natuurlijk had ik al wel een hoop geleerd over de Eerste Wereldoorlog, maar ik had er zoals al eerder gezegd nog niet zo vaak boeken over gelezen. Door dit boek, waarin een persoonlijk verhaal over deze oorlog wordt verteld, gaat deze periode voor mij veel meer leven dan eerst.
Ik vind de schrijfstijl soms erg ingewikkeld, waardoor het voor mij lastiger is om echt meegesleurd te worden door het verhaal. Echter, de manier waarop de auteur bepaalde situaties verwoordt, vind ik erg knap en vaak ook mooi. Een voorbeeld hiervan staat op pagina 360:
‘We zeiden: over een jaar of honderd zal de oorlog die de onze was rond de gedenkstenen, de foto’s, de dagboeken, de brieven en de zerken even volkomen zijn weggesleten als de botten van de doden in de grond, hoogstens een verkleuring achterlatend in het zand. We wisten nog niet de intussen in de wiegen de soldaten sliepen voor de volgende, dat de beulen van morgen aan de rokken van hun kinderjuffen hingen, met de blokken speelden of op schamele zolderkamers hun wonden likten en bittere traktaten schreven in de letale inkt der rancune.’
In dit citaat wordt beschreven dat in de periode na de Eerste Wereldoorlog alweer de kinderen werden geboren die volwassen zouden zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze kleine kinderen worden in deze passage enerzijds als schattig beschreven, maar aan de andere kant als ‘latere beulen’. Deze beschrijving heeft iets dubbelzinnigs en ik vind dat het heel knap geschreven is.

Mijn verwachtingen zijn dus niet helemaal uitgekomen. Ik had verwacht dat er meer actie in het boek zou zitten. Het verhaal bevat echter veel bedenkingen en beschrijvingen. Ondanks dat ik deze soms ingewikkeld vind, vind ik ze meestal erg mooi. Ik vond het uiteindelijk een zeer mooi boek!

maandag 6 januari 2014

Verwerkingsopdracht ‘Terug naar Oegstgeest’: Stromingsboek 2 (1950-1980)


A. Algemene Informatie

a. Standaardtitelbeschrijving
Titel: Terug naar Oegstgeest

Auteur: Jan Wolkers
Plaats van uitgave: Den Bosch
Jaar van uitgave: 2001
Eerste druk: 1965
Aantal pagina’s: 236

b. Genre
‘Terug naar Oegstgeest’ is een psychologische en daarnaast historische roman. Het boek gaat de jeugd van Jan Wolkers tijdens de vooroorlogse jaren. Wolkers beschrijft hoe deze jaren  hem gevormd hebben.

c. Korte samenvatting
In 'Terug naar Oegstgeest' gaat Jan Wolkers ook werkelijk terug naar Oegstgeest. Hij bezoekt zijn ouders, gaat naar de plek waar hij vroeger werkte en naar het graf van zijn broer. Hij doet veel herinneringen op als hij weer terug gaat, herinneringen aan vroeger. Hij probeert deze herinneringen te verbannen uit zijn hoofd.
Jan Wolkers is geboren op 26 oktober 1925, op de verjaardag van zijn vader. Het gezin is streng gereformeerd, het geloof dat Jan later niet zal volgen. Hij is voor zijn ouders geen makkelijk kind, omdat hij niet het brave jongetje is wat zij van hem verwachten. Doordat het gezin waar Jan in opgroeit erg groot is, moeten Jan en zijn broer noodgedwongen het bed delen. Ze hebben een haat-liefde verhouding, omdat Jan veel bewondering heeft voor zijn broer, maar ook vaak een hekel aan hem heeft. Jan merkt pas hoeveel hij van zijn broer houdt als die is gestorven in de oorlog aan difterie. De herinneringen aan de lagere schooltijd zijn verschillend omdat Jan stiekem verliefd was op juffrouw Vink uit de 1e klas, maar een hekel had aan mevrouw Hakkenberg uit de 2e klas. Door zijn slechte cijfers gaat hij naar een andere school, waar het beter gaat, maar ook daar kan hij niet zo goed opschieten met de leraren. Daarom gaat hij naar de MULO. Daar gaat het ook niet zo goed en Jan besluit te gaan werken in de winkel van zijn vader en moeder, de delicatessenzaak die door het gebrek aan klanten een simpel kruidenierszaakje werd. Na een paar jaar zoekt hij andere baantjes. Eerst werkt hij in het ziekenhuislaboratorium, waar hij de testdieren moet verzorgen. Na een tijdje wordt Jan ontslagen, omdat hij de dieren op gruwelijke wijze vermoordt. Hij gaat werken in de tuin van en boomgaard van een rijke landheer. Hij stopt daarmee omdat hij een beter baantje heeft gevonden bij een lijstenmaker in Leiden. Jan ontdekt dat hij tekenen erg leuk vindt en gaat daarom naar de grafische school in Leiden. Daar krijgt hij een vriendinnetje, maar hun relatie loopt al snel stuk, omdat hij haar niet kan geven wat ze wil.

B. Verwerkingsvragen

a. Kenmerken van de stroming
‘Terug naar Oegstgeest’ behoort tot de naoorlogse literatuur. Enkele kenmerken van deze stroming:
1.     De verhaalopening lijkt willekeurig.
2.     Een chaotische absurde wereld die als uitzichtloos wordt gezien met veel teleurstellingen.
3.     De hoofdpersonen zijn vaak antihelden, maar tonen wel hun ware aard: ze hebben hun eigen normen en doorbreken hiermee taboes op maatschappelijk en seksueel gebied.

b. Kenmerken met voorbeelden toegelicht

Kenmerk 1: Het verhaal ‘Terug naar Oegstgeest’ lijkt inderdaad midden in het verhaal te beginnen. Er wordt namelijk geen inleiding gegeven: er wordt  direct een foto besproken: ‘Het lijkt wel een hut in een boomkruin of de roef van de ark, die kamer met zijn houten wanden, waar die baardige patriarchale gorilla zich te midden van zijn kroost heeft laten fotograferen. Mijn vader staat helemaal rechts op de foto. Een klein jongentje nog. Hij kijkt met een naïeve blik in de lens alsof hij gelooft dat het vogeltje er inderdaad direct uit zal vliegen.’ Pagina 9.
Hier wordt op een uitgebreide manier een foto besproken. Je zit direct in het verhaal en de opening lijkt willekeurig. Of deze willekeurig is, is echter maar de vraag. Door deze foto te bespreken, wordt er namelijk wel direct de achtergrond van de hoofdpersoon besproken.

Kenmerk 2: De hoofdpersoon van het boek beschrijft zijn jeugd inderdaad als een zeer gelovige, bekrompen omgeving met traditionele waarden en normen. Deze wereld ziet hij als redelijk uitzichtloos. Daarnaast krijgt hij met vele teleurstellingen te maken. Zo gaat het meestal niet zo goed op school en hij is ook een beetje in de war wat betreft de liefde.

Kenmerk 3: De hoofdpersoon is niet bepaald een zeer succesvol persoon, maar hij houdt inderdaad wel vast aan zijn eigen normen. Zo blijft hij zeer geïnteresseerd in literatuur en houdt hij erg van tekenen. Ook heeft hij een hang naar seks. Een voorbeeld hiervan staat op pagina 131.

‘Terug naar Oegstgeest’ als exponent van de stroming
‘Terug naar Oegstgeest’ voldoet aan vele kenmerken van de Nederlandse naoorlogse literatuur. Het wordt dan ook inderdaad gezien als een belangrijk boek binnen de naoorlogse literatuur.