zondag 3 november 2013

Verwerkingsopdracht ‘Een nagelaten bekentenis’: Stromingsboek 1 (1880-1940)


A. Algemene Informatie

a. Standaardtitelbeschrijving
Titel: Een nagelaten bekentenis
Auteur: Marcellus Emants
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van uitgave: Onbekend
Eerste druk: 1894
Aantal pagina’s: 230

b. Genre
‘Een nagelaten bekentenis’ is een psychologische roman. Je volgt nauw de gedachtes en gevoelens van de hoofdpersoon: Willem Termeer.

c. Korte samenvatting
Een nagelaten bekentenis wemelt van de naturalistische stokpaardjes. De hypergevoelige ikfiguur (Emants vertelt het verhaal consequent vanuit diens perspectief) heeft zijn vrouw vermoord. En tweehonderd bladzijden lang volgt hij het spoor terug. Dat Willem Termeer is zoals hij is, is de schuld van 'de herediteit' - de genen, zeg maar. Van vrije wil is geen sprake. Hij noemt zichzelf een dégéneré, een mooie 19de-eeuwse term die helaas in onbruik is geraakt. "Ik kan misschien minder lijden, maar zeker ook minder genieten dan de gewone, gezonde mens."

Net als zijn schepper hoeft Willem Termeer niet te werken, en de leegheid van zijn bestaan gaapt hem elke ochtend aan. Hartstochtelijk verlangt hij naar liefdevolle seks. "O, nog eens in mooie vrouwe-ogen te mogen staren, met echte begeerte te mogen zoenen op weke jonge lippen, de druk te mogen voelen van een zachte, warme hand, mijn armen te mogen klemmen om een heerlijk blanke, zich met verlangen gevende gestalte! En dan eens, ware 't ook maar eens, midden in die zaligheid te mogen fluisteren: ik heb je lief!

Maar zijn maintenee wil geld zien en thuis wacht hem zijn kille Anna, die de dood van hun enige dochtertje niet heeft kunnen verwerken. Zij koestert op haar beurt warme gevoelens voor de buurman, een kwezelachtige godgeleerde - nog tot diep in de 20ste eeuw favoriet personage in de Nederlandse literatuur. Het kost haar uiteindelijk het vege lijf. "Voor één keer genoot ik de illusie me gewroken te hebben op het normale mensdom, op mijn beurt eens te triomferen over de samenleving, die me altijd aan banden gelegd en onthouden had wat me toekwam."

B. Verwerkingsvragen
a. Noteer puntsgewijs de kenmerken van je stroming. Wees zo volledig mogelijk.
‘Een nagelaten bekentenis’ is een naturalistische roman. Enkele kenmerken hiervan:

1.     De hoofdfiguur wordt volledig bepaald door erfelijkheid, opvoeding en milieu.
2.     Er is veel belangstelling voor seksualiteit: er wordt uitgebreid geschreven over zaken als bordeelbezoek, homofilie en zelfbevrediging.
3.     Er is sprake van een ik - of personale verteller.
4.     De hoofdpersoon is vaak een zwakke persoonlijkheid (zwakte/ziekte, somberheid en verveling).
5.     In het verhaal wordt de hoofdpersoon vaak teleurgesteld (bijvoorbeeld in de liefde).
6.     Dialogen worden zo echt en uitgebreid mogelijk beschreven.

b. Licht de kenmerken die je bij a. genoemd hebt toe met voorbeelden uit de tekst, situaties uit de tekst, fragmenten of citaten.
Kenmerk 1: Willem Termeer beschrijft door het boek heen zijn persoonlijkheid. Hij vertelt meerdere malen dat hij pogingen doet om te veranderen: om minder laf en mensenschuw te zijn. Dit resulteert in teleurstellingen. Hij ís nu eenmaal zo en hij kan niet veranderen.

Kenmerk 2: In het boek verlangt Willem Termeer naar liefdevolle seks en dit vindt hij niet bij zijn vrouw Anna. Daarom bezoekt hij in de tweede helft van het boek regelmatig Carolien. Op de pagina’s 147-148 wordt bijvoorbeeld dit verlangen beschreven met zijn eerste bezoek aan Carolien.

Kenmerk 3: Het hele verhaal wordt verteld door Willem Termeer (in de ik-persoon dus). Hierdoor beleef je de gedachtes en gevoelens van Willem.

Kenmerk 4: Willem Termeer heeft is zeer mensenschuw en hij is vaak erg somber. Daarnaast verveelt hij zich dag na dag. Een voorbeeld hiervan staat op bladzij 63: ‘Geen spoor meer van mijn vleugje  energie. Ik stond pas op uit mijn bed, wanneer ik ’t er niet langer in kon uithouden en ik viel er weer in neer, zodra ik niet meer wist, waar ik onopgemerkt mocht blijven hangen of rondslenteren. Uren lang lag ik op een sofa als verstompt voor me uit te staren en trokken de nevelen, die mijn gedachten omfloersden, soms een ogenblikje op, dan zag ik het leven bij het licht van mijn koude jaloezie van lles en alles, dan was ik me alleen bewust van een alomvattend haten. Akelig ledige dagen! Geen sprankje belangstelling in wat dan ook!’

Kenmerk 5: In de loop van het verhaal vestigt Termeer zijn hoop op een huwelijk. Hij hoopt dat hij hierdoor toch nog gelukkig wordt. Daarom trouwt hij met Anna, maar hij wordt hierin zwaar teleurgesteld. Termeer verlangt echt liefde, terwijl Anna alleen haar plicht doet: het huwelijk vervullen. Een voorbeeld hiervan staat op pagina 83: ‘Wat een teleurstelling voor iemand, die gerekend had op een warme, angstig klemmende handdruk, op een lange, doordringende, zich gevende blik, op een extatisch ineensmelten van twee emoties, op een samen omhoog-zweven van twee zielen, weggedragen uit het vijandige mensdom door de golvingen van een erotische muziek!
’t Was of een straal van nuchter wit daglicht eensklaps neerschoot in de mystiek kleurige theater-pracht van mijn fantasieën.’


Kenmerk 6: In het verhaal worden dialogen inderdaad uitgebreid beschreven. De dialogen beslaan vaak hele bladzijdes.

c. Leg uit in welke mate het door jou gekozen boek een exponent is van de desbetreffende stroming.
‘Een nagelaten bekentenis’ is een typische naturalistische roman. Het voldoet aan vele kenmerken van het naturalisme en het fatalisme speelt een zeer grote rol in het verhaal. ‘Een nagelaten bekentenis’ wordt dan ook vaak gezien als een zeer belangrijk boek binnen het naturalisme. 

dinsdag 28 mei 2013

Verwerkingsopdracht Romantiek & Realisme


Verwerkingsopdracht Romantiek & Realisme
Opdracht Literatuur
Maak een vergelijking tussen het boek en de film Max Havelaar en schrijf er een verslag over. Ga in je verslag in op de volgende vragen:
1. Vind je de film een betrouwbare verfilming van het boek? Waarom?
2. Vind je Max Havelaar in boek en film een echt romantisch personage? Waarom?
3. Hoe wordt Droogstoppel volgens jou in de film gepresenteerd: aardiger of kwaadaardiger dan in het boek?
4. Vind je dat de verfilming een geëngageerde film is geworden? Waarom?
5. Wat vind je beter: het boek of de verfilming? Waarom?


1. Ik vind de verfilming van het boek betrouwbaar: inhoudelijk klopt het namelijk vind ik. Wel zijn er een aantal verschillen. Zo is de chronologische volgorde anders: in de film begint men met het verhaal over Saïdjah en Adinda wat niet het geval is in het boek. Een ander verschil is dat Droogstoppel in de film een meer ondergeschikte rol heeft en in het boek vervult hij een redelijk grote rol.
Toch vind ik het een betrouwbare verfilming, want de boodschap en de inhoud zijn bijna hetzelfde gebleven.

2. Ja, zowel in het boek als in de film. Max Havelaar verzet zich in het boek en in de film tegen de behandeling van de inlanders in Indonesië. Dit is een kenmerk van de Romantiek: men was niet gelukkig met de maatschappij waarin hij leefde.

3. In de film komt Droogstoppel eerder argwanend over dan kwaadaardig. In het boek komt Droogstoppel wel kwaadaardig over. Hij verwijt Max Havelaar heel veel in het boek en spreekt slecht over hem. In de film komt Droogstoppel veel minder voor, dus hierdoor wordt hij ook beter neergezet.

4. Ja, ik vind dat je je door het beeld nog beter in kunt leven in de problemen in Nederlands-Indië in die periode. Door de beelden maak je het als het water van dichterbij mee. Hierdoor voel je je betrokken bij de problemen in die maatschappij. Ik vind de film dus geëngageerd.

5. Ik vind de film een stuk interessanter. Ik heb moeite met het ouderwetse taalgebruik in het boek en de lange uitweidingen waarvan ik vaak vind dat ze niet echt bijdragen aan het verhaal. Ik vind het verhaal over Max Havelaar interessanter om te lezen dan de hoofdstukken van Droogstoppel. De film vind ik dan ook beter omdat Droogstoppel een ondergeschikte rol heeft in de film.

zondag 12 mei 2013

Verwerkingsopdracht 'De komst van Joachim Stiller'


Verwerkingsopdracht ‘Leesgroep’
Boek: De komst van Joachim Stiller
Auteur: Hubert Lampo
Leden van de leesgroep: Marsha Killian, Noor de Kort, Lisanne van Dijk en Naomi de Ruijter

Onderdeel A: gemeenschappelijk
Wat waren onze verwachtingen en in welke mate zijn die uitgekomen?
Wij hadden eigenlijk vrij hoge verwachtingen van het boek voordat we begonnen te lezen. Dit komt omdat het boek leek op een spannende detective, waarin aan het einde alle puzzelstukjes in elkaar zouden vallen. Onze verwachtingen zijn echter niet zo goed uitgekomen als we gehoopt hadden: ondanks dat het verhaal best spannend was (vooral in het begin), werd alles op een gegeven moment heel langdradig en was de uitkomst van het verhaal niet echt duidelijk.

De titelverklaring:
Het boek heet “de komst van Joachim Stiller” en dat is een erg toepasselijke titel. Het verhaal gaat namelijk over een onbekende Joachim Stiller die plotseling in het leven komt van Freek Groenevelt en zijn vriendin Simone Marijnissen. Stiller stuurt allemaal berichten en zorgt ervoor dat er zich vreemde gebeurtenissen voordoen in Antwerpen.

Bespreking van de verschillende (belangrijke) personages:
-        Freek Groenevelt: Hij is 37 jaar oud, in het begin is hij vrijgezel tot hij Simone ontmoet. Door de gebeurtenissen omtrent Joachim Stiller wordt hij heel erg angstig, hij gaat voor zijn kwaal zelfs naar een psychiater. Persoonlijk konden wij ons goed inleven in zijn personage, omdat het realistisch is hoe hij reageert (we snappen zijn gedrag wel).
-        Simone Marijnissen: Zij werkte eerst bij het jongerenblad Atomium, maar stopte daarmee toen ze Freek ontmoette. Verder is ze lerares op school. Ze heeft haar verloving verbroken en is toen ze een relatie met Freek begonnen. Zij trekt zich de berichten van Stiller minder erg aan. Simone wordt beschreven als een knappe, slimme en bijdehante maar zachtaardige vrouw. Ze is Freeks steun en toeverlaat (en op het einde wordt ze ook zwanger van hem).
-        Joachim Stiller: van deze persoon zijn meerdere persoonlijkheden (geleerde, omgekomen Amerikaanse soldaat) bekend. Wij denken dat hij wordt vergeleken met Jezus (de Messias), want na 3 dagen staat hij op uit de dood. Wij vonden hem maar een griezelige man, omdat hij steeds weer terugkomt.
-        De wethouder: de wethouder raakt helemaal van streek als hij in aanraking komt met Joachim Stiller. Wat ons betreft, reageert hij wel heel extreem op de situatie.
-        Geert Molijn: een wijze, oude man die Freek en Simone probeert te helpen waar hij kan.
-        De kunsthandelaar Wiebrand Zijlstra: hij is een echte gladjanus, bovendien denkt hij dat hij overal verstand van heeft (dus ook van kunst) en heeft veel praatjes.
-        Andreas: Andreas is een trouwe vriend van Freek, die zich altijd veel zorgen maakt om (de reputatie van) Freek.

Setting:
Het verhaal speelt zich bijna alleen af in Antwerpen. De setting wordt erg idealistisch beschreven: Antwerpen wordt steeds genoemd als een gezellige en pittoreske stad. 

Perspectief:
Er is in dit boek sprake van een ik-perspectief (het verhaal wordt beschreven vanuit de ogen van Freek). Op deze manier is het verhaal heel persoonlijk, je weet precies hoe Freek zich voelt.

Open plekken:
Het boek zit vol met open plekken. De grootste is natuurlijk: Wie is Joachim Stiller? Naarmate je het verhaal leest, komen er steeds meer subopen plekken bij, als: waarom krijgt Freek die brieven van Stiller? En: Hoe kan het dat het dode lichaam van Stiller opeens verdwenen is?

Thema:
Het hoofdthema is volgens ons verlossing, want daar wordt in het hele boek naar toe gewerkt en de personages zitten ook steeds te wachten op de verlossing (van Joachim Stiller).

Motieven:
Liefde, tijd, religie, angst en mysterie.

Ons persoonlijk oordeel:
Een positief punt aan het boek is dat het begin van het verhaal erg sterk is, er wordt spanning opgebouwd (vooral als je als lezer voor het eerst kennis maakt met (de brieven van) Joachim Stiller). Je raakt nieuwsgierig en wil verder lezen. Wat wij erg jammer vinden is dat het einde niet zo sterk is: de ontknoping laat te lang op zich wachten. Bovendien is de ontknoping zelf ook helemaal niet duidelijk, je komt er niet precies achter waarom Stiller Freek allemaal heeft bericht en wie hij precies was. Dat is een beetje teleurstellend.
Wat we tot slot wel erg goed vonden, was dat het verhaal mooier wordt gemaakt door de beschrijvingen van de omgeving (Antwerpen).

Onderdeel B: Persoonlijk
1.     Hoe verliep het proces van de samenwerking? Wat ging goed, wat kon beter?
De samenwerking verliep erg soepel. We maakten duidelijke afspraken en iedereen hield zich daar ook aan, dus dat was erg fijn. We hadden alleen wel beter rekening kunnen houden met de periode waarin we het boek zouden gaan lezen. Omdat we het boek al rond de voorjaarsvakantie hebben gelezen en daardoor was de inhoud wat weggezakt.
2.     Wat heb je geleerd van deze opdracht?
Ik vond het erg leuk om met meerdere mensen hetzelfde boek te lezen, want op die manier krijg je te maken met verschillende visies op het verhaal.
3.     Welk leesniveau heeft jullie boek? Hoe goed kon je hiermee overweg?
Wij hadden een boek gekozen met leesniveau 5 (voor de eerste keer), en hier konden we goed mee overweg. We begrepen het verhaal goed en stuitten niet op problemen, wel vond ik de zinnen soms erg lang.
4.     Op welk leesniveau wil je insteken met je volgende boek? Welk boek/welke schrijver ben je van plan te gaan lezen?
Ik wil graag opnieuw een boek lezen met niveau 5. Ik ga de Max Havelaar lezen van Multatuli.

dinsdag 2 april 2013

Verwerkingsopdracht Verlichting Nederlands – Literatuur Kinderpoëzie


Om te bekijken hoe kindergedichten door de eeuwen heen zijn veranderd, heb ik vier verschillende gedichten bestudeerd: gedichten uit de 18e, 19e, 20e en 21e eeuw. Hieronder zal ik ze eerst apart bespreken.

‘De ware rijkdom’ – Hiëronymus van Alphen (18e eeuw)
In dit gedichtje wordt voor kinderen beschreven wat echt belangrijk is in het leven. Er wordt verteld dat rijkdom mooi lijkt maar dat ‘Gods vriend wezen’ veel belangrijker is. Het taalgebruik is echt aangepast aan het publiek: de kinderen. Dit gedicht is eigenlijk een wijze les, de moraal is heel belangrijk.

‘De hoogmoedige kikvors’ – Pieter Jan Renier (19e eeuw)
Dit gedichtje gaat over een kikker die graag net zo groot zo wil zijn als een os die hij had gezien. Hiervoor probeerde hij zichzelf op te blazen, maar helaas knapt de kikker hierdoor. Aan het einde van het gedicht staat dan ook de moraal: ‘Wie zijn bereik te buiten gaat, bewerkt zijn eigen leed en smaad.’. Het taalgebruik is zeker in het begin niet moeilijk wanneer het verhaaltje over de kikker wordt verteld. Later, bij de moraal, wordt het iets ingewikkelder. De nadruk ligt op dit gedicht op de moraal: de anekdote over de kikker staat in dienst van de moraal.

‘Foto’s kijken’ – Willem Wilmink (20e eeuw)
Dit gedichtje gaat over een kindje dat foto’s kijkt. Het is geschreven vanuit de ogen van een kind. Het kind vertelt bij elke foto wat er gebeurde. Het taalgebruik is zeer simpel. Dit heeft natuurlijk ook te maken met het feit dat de foto’s vanuit de ogen van een klein kind worden beschreven en een klein kind heeft natuurlijk nog een simpel taalgebruik.

‘Appelmoes’ – Ted van Lieshout (21e eeuw)
In dit gedicht vertelt een kind wat hij lekker vindt aan appels en appelmoes. Daarna vraagt het kind zich af hoe appelmoes wordt gemaakt. Het taalgebruik is makkelijk maar wel wat verder gevorderd dat het gedicht van Willem Wilmink.

Conclusie
Als ik alle gedichten bekijk, is er een duidelijke verandering te zien door de eeuwen heen. In de eerste twee gedichten, uit de 18e en 19e eeuw, zit een duidelijke moraal. Men vindt het belangrijk dat de kinderen iets meekrijgen. Het verschil tussen het eerste en tweede gedicht is dat de moraal in het tweede gedicht op een andere manier wordt gebracht. Het eerste gedicht gaat alleen over de moraal, in het tweede gedicht wordt de moraal ingeleid met een leuk verhaaltje. Bij de laatste twee gedichten, vanaf de 20e eeuw, verdwijnt de moraal.
De onderwerpen van de eerste twee gedichten staan verder af van kinderen dan die van het derde en vierde gedicht. De onderwerpen van het derde en vierde gedicht zijn alledaagse onderwerpen.
Een laatste verandering is dat de eerste twee gedichten vanuit de schrijver zelf zijn geschreven. Het derde en vierde gedicht zijn echter allebei vanuit de ogen van een kind geschreven.
Het taalgebruik lijkt door de eeuwen heen steeds meer op kinderen te zijn aangepast: de zinnen worden door de eeuwen heen korter en de woorden minder moeilijk.

zondag 13 januari 2013

Oordeelvorming 'De Verdovers'


Verwerkingsopdracht ‘De Verdovers’ - Oordeelvorming
Noor de Kort, 5A
Januari 2013

Algemene informatie
Auteur: Anna Enquist
Titel: De Verdovers
Plaats van uitgave: Amsterdam (Arbeiderspers)
Jaar van uitgave: 2011
Druk: 2011
Aantal pagina’s: 309

Genre:
Het is een onconventionele doktersroman. Het is een onconventionele doktersroman want het verhaal is niet goedkoop en heeft geen standaard verhaallijn. Daarnaast zijn de achterliggende gedachtes erg belangrijk. Daarom is het boek misschien nog wel meer een psychologisch verhaal. Er zijn veel dilemma’s in het verhaal. Aan de vraag hoe met deze problemen om te gaan en wat men beweegt wordt veel aandacht besteedt.

Samenvatting:
Drik is psychotherapeut. Zijn zus Suzan en haar man Peter zijn een grote steun voor hem sinds zijn vrouw ziek werd en overleden is. Suzan werkt als anesthesist en Peter werkt ook in de psychiatrie.
Peter stuurt Drik een van zijn studenten om in leertherapie te gaan. Vanaf het eerste moment heeft Drik een vreemd gevoel bij de jongen en hoe langer hij de jongen behandelt, hoe dieper de jongen zich in Driks leven wringt. Door ongelukkige omstandigheden krijgt de jongen een relatie met de dochter van Suzan en Peter en een affaire met Suzan zelf. Wanneer dit alles uitkomt, pleegt de jongen zelfmoord en raakt de familie gebrouilleerd.


Onderbouwing van je (persoonlijke) oordeel
‘De Verdovers’ vond ik in het algemeen een mooi boek dat fijn leest maar waardoor je ook aan het denken wordt gezet. In het verhaal komen de hoofdpersonages namelijk steeds verder in de problemen en staan ze voor dilemma’s. Door hun gedachten, word je aan het denken gezet. De verhaallijn is origineel maar niet ongeloofwaardig. De gebeurtenissen zijn geloofwaardig beschreven en ook gedachtes of reacties vond ik niet vreemd of ongeloofwaardig.
Een erg sterk punt van het verhaal vond ik het feit dat er twee personages zijn vanuit wiens ogen je het verhaal beleeft. Dit zijn de broer en zus Drik en Suzan. Zij zijn de hoofpersonages en staan steeds vaker voor moeilijke keuzes in de loop van het verhaal. Door hun problemen valt de familie uiteindelijk uiteen. Doordat je de problemen van twee kanten bekijkt, begrijp je wat Drik beweegt en aan de andere kant wat Suzan beweegt.
Daarnaast vond ik dat de achterliggende gedachte of bedoeling van het verhaal goed naar voren komt. Ik vind dat Enquist je door het verhaal echt laat nadenken over wat te doen met verlangens, en hoe om te gaan met trauma’s.
Wat ik soms moeilijk vond aan het verhaal is het feit dat tijdens de stukken over het werk van Suzan erg veel collega’s beschreven worden. Deze vele collega’s kwamen later in het verhaal weer terug. Soms wist ik dan niet meer precies bij welke naam welk beroep hoorde; anesthesist, chirurg, kinderarts…
Tenslotte vond ik ook erg sterk aan het verhaal dat je echt het verhaal in wordt getrokken en daardoor vaak het gevoel hebt dat je de personages iets moet toeroepen als: ‘Niet doen, dan zit je straks echt in de problemen!’.
Kortom: Een origineel verhaal dat fijn leest maar ook zorgt dat het verhaal niet meteen klaar is als je het boek dicht slaat!